Credo ut intelligam - (Lat., = ik geloof, opdat ik begrijpe), formule ter bepaling van de verhouding van geloof en weten, opgesteld door → Anselmus van Canterbury. Zij houdt in, dat het verstand geen kracht heeft tot onafhankelijk onderzoek naar waarheden, die ook onder de Openbaring vallen, en dat deze dus eerst geloofd moeten worden.
Daarna moet de mensch echter naar een begrijpen van den geloofsinhoud streven en is hij zelfs in staat, de geopenbaarde waarheden met dwingende gronden te bewijzen.
Naar Thomistische opvatting is de formule in deze beteekenis, waarmee het geloof in weten wordt omgezet en beider gebieden in elkaar loopen, niet houdbaar.
F. Sassen.