Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Court

betekenis & definitie

Court - 1° Antoine, genoemd de „hersteller van het Protestantisme in Fr.” na de opheffing van het Edict van Nantes; * 1696 te Villeneuve de Berg,✝ 1760 te Lausanne. Hij trad reeds als jongen van 17 jaar op als predikant en slaagde er onder voortdurend levensgevaar in de verstrooide kudde der Hugenoten op de basis der oude synodale kerkinrichting en kerkelijke tucht te hereenigen.

Hij moest in 1730 de wijk naar Lausanne nemen, waar hij een seminarie tot opleiding van voor Fr. bestemde predikanten oprichtte, dat hij tot aan zijn dood bleef besturen en dat tot 1809 bleef bestaan.

Werken: Zijn geschriften omvatten 116 quartobanden in de Nat. Bibl. te Genève, die een rijke bron zijn voor de gesch. van de Geref. Kerk in Fr. sinds 1685.

Lit.: E. Hugues, A. C. (2 dln. Parijs 1872); idem, Mémoires d’A. C. (Toulouse 1885); Th. Schott, Die Kirche der Wüste 1715 bis 1787 (1893).

Wachters.

2° Joh. de la, Carmeliet, Belgisch kerkelijk schrijver; * in Brabant,✝ 1622 te Antwerpen bij verzorging van aan pest lijdende soldaten. Hij gaf enkele geschriften uit, o.a. een geschiedenis zijner Orde.

Lit.: Biogr. nat. Belg.

3° Pieter de la, een der voornaamste Nederlandsche economische schrijvers uit de 17e eeuw. * 1618 te Leiden,✝ 28 April 1685 te Amsterdam (begraven in de Nieuwe Kerk aldaar). Studeerde te Leiden en ook in het buitenland in de letteren, rechten en theologie, vestigde zich in de zaken van zijn vader Pieter de la Court (bijgenaamd den Ouden), te Leiden; hier schreef hij zijn werk: Het Welvaren der Stad Leyden, dat in 1659 werd voltooid, maar pas in 1911 volledig werd uitgegeven. Zijn meest verspreid werk is: Interest van Holland ofte Gronden van Hollands Welvaren, aangewezen door V.(an) D.(en) H.(oven); de la C. is principieel republikein, wil een republiek maar geen stadhouder; verder is hij een vurig verdediger der gewestelijke souvereiniteit, hetgeen nauw samenhangt met zijn handelspolitieke overtuiging. Alhoewel geen principieel vrijhandelaar, is hij om practische redenen voorstander van den vrijen handel; hij bestrijdt de gildenverordeningen, monopolies en vooral de privilegies der Oost-Indische Compagnie; hij staat vijandig tegenover de bescherming der industrie door staatsreglementen; gaat uit van het standpunt, dat Holland zich in vrede, en nog veel minder in oorlog, niet voeden kan: hij raadt ook af om van de in Holland verblijvende vreemdelingen belasting te heffen, omdat Holland hen noodig heeft.

Zijn werk: Interest, waaraan o.a. ook Johan de Witt hoogst waarschijnlijk heeft meegewerkt, verwikkelde hem in moeilijkheden met den kerkeraad van Leiden. In woord en geschriften sluit zich bij de oppositie van Pieter de la C. aan zijn jongere broeder Jan de la Court (* 1622,✝ 1660). Na den aanslag op Johan de Witt vluchtte Pieter de la C. naar Antwerpen; einde 1673 woont hij te Amsterdam en is nog steeds in lakenzaken.

Werken: Interest van Holland ofte Gronden van Hollands Welvaren, aangewezen door V. D. H. (de laatste druk, vermeerderd en verbeterd, 1662 by Joan Cyprianus van der Graft te Amsterdam; opnieuw bewerkt onder den titel: Aanwijzing der heilsame politieke Gronden en Maximen van de Republike van Holland en West-Vriesland, Leiden en Rotterdam 21669; Duitsche en Fransche vert., Rotterdam 1671); Het Welvaren der stad Leiden (volledige uitg. door F. Driessen, Leiden 1911).

Lit.: O. van Rees, Geschiedenis der staathuishoudkunde (Dl. I Oorsprong en karakter van de Nederlandsche Nijverheidspolitiek der 17e eeuw, 1865); R. Fruin, Verspreide geschriften; E. Laspeyres, Geschichte der volkswirtschaftlichen Anschauungen der Niederlander (Leipzig 1863); Nieuw Nederlandsch Biographisch Wbk. (VII, blz. 335 vlg.).

M. Verhoeven.

4° Victor Hubert de le, Vlaamsch taalkundige; * 1806 te Bergen,✝ 1853 te Elsene als voorzitter van de rechtbank van eersten aanleg. Waal van geboorte, werd hij door Kinker aan de universiteit te Luik voor de studie en de verdediging van het Vlaamsch gewonnen. Onder ps. Hubert Van den hove gaf hij uit: La Langue flamande, son passé, son avenir (1844), waarin hij cordaat voor de misprezen volkstaal optrad.

A. Boon.