Atjehsch - een Indonesische taal, die gesproken wordt in het Noordelijke gedeelte van Sumatra, behalve in het binnenland, waar het wel van verre verwante, doch niettemin geheel afwijkende Gajo gesproken wordt. En in grammaticale eigenaardigheden, én in klankstelsel vertoont het A. zeer merkwaardige verschillen tegenover de andere talen van Sumatra; uit den woordenschat blijkt een oorspronkelijk nauwe samenhang met het Tjamsch en andere talen van Achter-Indië.
In den loop van den tijd is echter het A. zeer sterk onder den invloed gekomen van het Maleisch, dat de cultuurtaal van het hof en van de ontwikkelden geweest is. Het door het Indische gouvernement in Atjeh verstrekte onderwijs werd tot voor korten tijd in het Maleisch gegeven; thans is het principe aanvaard van onderwijs in de landstaal, hetgeen echter op verzet gestuit is bij een deel van de inlandsche bevolking, dat zich met onderwijs in het Maleisch meer gebaat acht. Het Atjehsch werd vroeger met de voor dit doel wel zeer ongeschikte Arabische letters geschreven. Thans raakt de schrijfwijze met Latijnsche letters volgens het transcriptie-systeem van Snouck Hurgronje meer en meer in zwang.
Het Atjehsch bezit een vrij uitgebreide literatuur, die echter nog slechts voor een zeer klein gedeelte is uitgegeven; de Leidsche Universiteitsbibliotheek bezit de grootste collectie handschriften. Naast inheemsche epische verhalen (Malém Dagang, Pò-tjoet Moehammad, Prang Gompeuni, dit laatste een beschrijving van de Atjehsche worsteling tegen de Ned. macht, en daarom herhaaldelijk tot ongeoorloofd bezit verklaard) komt er veel geïmporteerde literatuur voor, deels van Voor-Indischen, deels van Arabisch-Perzischen, deels van Indonesischen oorsprong. Omvangrijk is vooral de Mohammedaanschreligieuze letterkunde, die onder het hoofd Maleische literatuur nader zal besproken worden. Zie: mej. dr. M. C. H. Amshoff, Goudkruintje, Een Atjehsche roman met vertolking en toelichting (Leiden 1929). Berg.