Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Anderson (persoon)

betekenis & definitie

Anderson (persoon) - 1° Alexander, Amer. hout- en kopergraveur. * 21 April 1775 te New York, ✝ 17 Jan. 1870 te Jersey City. Studeerde eerst in de medicijnen, daarbij altijd zich oefenende in het teekenen. Ontwikkelde zich hoofdzakelijk door zelfstudie.

Hij was o.a. de eerste graveur in Amerika, die in navolging van Bewick in Engeland op palmhout graveerde (Lookingglass for the mind, 1794). Inspireerde zich in zijn werk op de Engelsche houtgraveurs uit het einde der 18e eeuw.

Werken: Terugkeer van de jacht naar Ridinger, Watervogels naar Teniers. Hij copieerde in houtgravure naar Bewick, Thompson, Holbein enz. — Lit.: Fr. M. Burr, Life and works of A. A. New York 1893). de Stuers.

2° Charles, Amer. schilder en illustrateur. * 13 Jan. 1874 te Oxford (Ohio). Studeerde aan de Chicago Art Institute, werkte in Holland en Parijs, daarna in New York. Hij werd lid van de Society of Illustrators aldaar. de Stuers.
3° G., medicus, psycholoog. Gedurende den wereldoorlog verwierf hij zijn vermaardheid als psycholoog, doordat hij voor het Engelsche leger psycho-technische keuringen samenstelde voor vliegeniers. Uit de publicaties blijkt, dat het aantal ongevallen met doodelijken afloop tijdens de opleiding door de ingevoerde keuringsmethode met 80% afnam. Er zijn weinig voorbeelden in de psycho-techniek, waar de keuringen zulke tastbare en zoo nauwkeurig te meten resultaten opleverden.

Werken: Aeroplane accidents; artikelen in The Journal of the Royal Naval Medical Service. de Quay.

4° James, economist die zich verdienstelijk maakte voor den landbouw in Schotland en reeds vóór Malthus en Ricardo het verschijnsel der grondrente constateerde. * 1739 te Hermiston bij Edinburgh, ✝ 1808.

Werken: Essays relating to agriculture and rural affursi (3 dln. Edinburgh 1775); An inquiry into the natrea of the corn laws, with a view to the new Corn Bill proposed for Scotland (Edinburgh 1777).

M.Verhoeven.
5° Patrick, Jezuïet, geloofsverkondiger in Schotland. * 1575, ✝ 1624 te Londen. Na studies te Elgin en Edinburgh ging hij in het noviciaat der Jezuïeten te Rome. Hij was de eerste rector van het Schotsche college te Rome, maar keerde op zijn verzoek naar het vaderland terug om daar het geloof te verkondigen. Hij werd gevangen genomen en ter dood veroordeeld, maar op voorspraak van den Franschen ambassadeur begenadigd. Bekend zijn de discussies, die hij in de gevangenis tegen de Presbyteraansche en Anglic. geestelijken hield en die later in druk werden uitgegeven. Wachters.
6° Sherwood, Amer. romanschrijver. * 1876 in Ohio. Werkman; soldaat in den Spaanschen oorlog in 1898. Kreeg in 1921 een prijs van 2000 dollar als meest-belovend Amer. schrijver. Een gevoelige, dichterlijke, eerlijke geest, vol liefde voor zijn menschen, maar gekweld door de zelfgenoegzaamheid en het mechanisme van zijn omgeving; analyseert geestelijke conflicten en sexueele abnormaliteiten; vaak moeilijk te volgen.

Werken: o.m. Windy McPherson’s Son (1916): Winesburg Ohio (1919); The Triumph of the Egg (1921); A Storyteller’s Story (1924); een autobiographische roman; autobiographische elementen vormen een bestanddeel van al zijn romans); Tar (1926); Hello Towns (1929). — Gedichten: Mid-American Chants (1918). Pompen.

< >