Amandel vergrooting - Vergroote derde amandeladenoïd. Vergroote tong- of vierde amandel komt niet vaak voor en geeft weinig verschijnselen. Vergroote keelamandelen komen al of niet gecombineerd met adenoïd voor.
De aandoening treft men ’t meest bij kinderen aan. Tegenwoordig beschouwt men de a. als een gevolg van de lymphatische constitutie van de patiënten, en niet zoozeer als een gevolg van de doorgemaakte keelontsteking. De verschijnselen van vergroote amandelen kunnen zijn: 1° bemoeilijkte mond- en neusademhaling, vooral wanneer de amandelen zeer groot zijn; 2° verandering van spraak;
3° soms een bemoeilijkt slikken en in sommige gevallen zelfs het terugkomen van spijs en drank door den neus. De a. op zichzelf is geen reden tot operatieve behandeling. Deze is alleen noodig, wanneer een of meerdere van de bovengenoemde verschijnselen aanwezig zijn, of wanneer er in de amandelen een chronische ontsteking is en ook wanneer telkens een acute ontsteking (angina) ontstaat. Deze behandeling bestaat meestal uit gedeeltelijke verwijdering (tonsillotomie) of algeheele verwijdering (tonsilectomie). > Amandeloperaties. Nelissen.
Amandelverwijdering, > Amandeloperaties.
Amandelwater wordt gestookt uit de van olie beVrijde perskoek van bittere amandelen; bevat l°/00 blauwzuur, bederft spoedig, daarom dikwijls vervangen door laurierkerswater.
Amand-lcs-Eaux, St., beroemde abdij aan de Elnon bij Dvomik, ± 640 door den H. Amandus gesticht.
Amandus (zie plaat),Heilige,bisschop en belijder, apostel der Franken, trachtte de denkbeelden van den H.Colombanus nopens het kloosterleven in de Nederlanden te verspreiden en ook, hoewel tevergeefs, de tucht in het bisdom Maastricht te herstellen; maakte zich vooral verdienstelijk als rondreizend missiebisschop en was een toonbeeld van gehechtheid aan den paus. De oudste en tevens voornaamste levensbeschrijving van A. werd opgesteld door een geestelijke van Noyon in de eerste helft der 8e eeuw. Zij wordt door Krusch ten onrechte als onbetrouwbaar verworpen. Ondanks de voorliefde voor het legendarische biedt zij ons over A. menige geloofwaardige bijzonderheid. * eind 6e eeuw in Aquitania (Zuid-Frankrijk), f 6 Febr. 675 of 676; werd zeer vroeg reeds monnik; later rondreizend missiebisschop met als hoofdverblijf: de Elnon (bijrivier der Scarpe, N. Frankrijk), waar hij de abdij van Elnon stichtte; predikte vnl. onder de Neustriërs, stichtte verscheidene kerken, o.a. een te Antwerpen; hoogstwaarschijnlijk van 646—649 bisschop van Maastricht (de Moreau); hernam daarna zijn apostolische zwerftochten tot in Friesland. Een groot aantal kloosters zou door hem zijn opgericht, waaronder, en dat met zekerheid of groote waarschijnlijkheid: Elnon, Gent (tenminste St. Pietersabdij), Ronse, Leuze, Marchiennes. Op zijn raad werd door de Heiligen Itta en Gertrudis de abdij van Nijvel opgericht.
Zijn eeredienst is zeer verspreid in de Z. Nederlanden; hij wordt als beschermheilige aangeroepen, o.m. tegen koortsen, verlamming, rheumatiek, huidziekten, kinderstuipen en ziekten van het vee. Voornaamste bedevaartplaatsen in België: Elingen, Strombeek (Brabant), Zammelen.Stokrooi(Limburg), Neerhasselt, Aspelaere, Zeveren (O. Vlaanderen), Jupille (Luik). Hij wordt voorgesteld, een draak neervellend, die hem het kruis wil ontrukken, of met een kerk, kruisstaf, of met een ter dood veroordeelde (zinspeling op een gehangene te Gent), of met gevangenen, waaraan hij de vrijheid schonk. Iconographisch soms verwisseld met den H. A. van Straatsburg. Feestdag 6 Febr. en 13 Febr. (in het bisdom Haarlem). > Amand.
L i t.: Van der Essen, Etude critique et littéraire sur les Vitae des Saints mérovingiens do 1’ancienne Belgique (Leuven 1907); H. Claeys, Sint Amand, apostel van Vlaanderen (Thielt 1913); de Moreau S.J., Saint Amand (Leuven 1927); Br. Krusch in Monumenta Germaniae historica, Scriptores rerum merovingicarum (V).
De Schaepdrijver.