Alterneerende versmaat - (Fr. alterner = afwisselen) is die versmaat, waarbij in tegenstelling met het accentvers, de opvolging van beklemtoonde en onbeklemtoonde silben regelmatig gebeurt en in vrijwel dezelfde verhouding (zie Versvoet) bijv.:
Ik wenschte dat mij mocht gebeuren (A. Verwey) ◡―|◡―|◡―|◡―|◡ Ze begon in onze poëzie, op voorbeeld van de Franschen, op het eind der 16e eeuw.
Bij de voordracht van verzen mag dit altemeeren niet mechanisch worden, wat zou leiden tot miskenning van het levende taalrhythme, met zijn verschillende graden van kracht en tempo, zoowel in de beklemtoonde als in de minder beklemtoonde elementen. Boven de eischen van het schema (◡—|◡— ….), dat den terugkeer van de metrische eenheden op steeds dezelfde plaats doet verwachten, gaat de levende schoonheid van het natuurlijke taalaccent.
Lit.: J. van der Eist, L’alternance binaire dans le vers néerlandais du 16e siècle (1920).
Baur.