gem. in N. H. ten Z.O. van Haarlem, centrum van bloemencultuur en ook van watersport; bestaat uit het dorp A. en de buurten Oosteinde, Uiterweg en Kudelstaart; 1 Jan. 1932:8 970 inw., waarvan 19% Kath., 41% Ned.
Herv., 21% Doopsgezind (vooral in Uiterweg, ook Mennistenbuurt genoemd), 10% overige godsd., 9% zonder godsd. Twee parochies: Aalsmeer (w.o. een deel van de gem. Haarlemmermeer) en Kudelstaart (waartoe ook een deel van de gem. Leimuiden en Uithoorn behoort). Bij de kerk te A. een Carmelietenkloostcr. Opp. 3310 ha; veel plassen, o.a.
Westplas, 1000 ha groot. Het hoofdbestaansmiddel is de tuinbouw, hoofdzakelijk bloemen-en boomenteelt (rozen, seringen en andere snijbloemen; potplanten : cyclamen ; pelargoniums, palmen; sierboomen). Reeds in de 17e eeuw had A. door zijn tuinbouw naam; thans tot ver over de grenzen er door bekend. Twree groote veilingsgebouwen: die van de Coöperatie Bloemenlust te Oosteinde, en die van de C(entrale) A(alsmeersche) V(eiling) in het dorp A. Deze zijn bekende voorbeelden van moderne architectuur; het eerste ingebouwd door C. de Klerk, later uitgebreid door J. Berghoef, het tweede is van J.F.
Staal. Prachtige kweekerijen. Veel samenwerking onder de tuinders. Middelbare Rijkstuinbouwwinterschool; veel lager tuinbouwonderwijs. De tuinbouw sterk bevorderd door de verbeterde verkeerswegen: vroeger bijna alleen watetwegen, nu spoorverbinding met Amsterdam en Haarlem; vrachtauto’s; vliegmachines (Schiphol!). A. is tevens een centrum van watersport (o.a. Westplas). v. d. Meer.