(1865-1923), Duits vrijzinnig protest, theoloog, is de systematicus van de godsdiensthistorische school geworden. Hij leerde een ondogmatisch Christendom en maakte de kerkgeschiedenis tot een onderdeel van de cultuurgeschiedenis.
De betekenis van het geloof zag hij in het overwinnen van de gebondenheid aan de natuur door de gemeenschap met God. Niet de Reformatie, maar het Neo-Protestantisme, dat wortelt in de Aufklärung, heeft met zijn autonome cultuur, volgens hem, de belangrijkste insnijding in de geschiedenis gebracht.