noemt men de H. Schrift van de Samaritanen , die zich omstreeks de 4de eeuw v.
Chr. van Jerusalem hebben losgemaakt. Sindsdien ging de gemeente een eigen weg, beperkte de canon tot de eerste 5 boeken van Moses en hield een eigen alphabet in ere.
Daardoor kon ook de overlevering der handschriften onafhankelijk blijven van de weg, die leidde tot de Masoretische tekst (zie Masora). Dit is voor de tekstcritiek van veel belang.