(Index librorum prohibitorum) is eigenlijk de lijst der boeken, die uitdrukkelijk door de H. Stoel (vooral de Congregatie van het H.
Officie) verboden worden. Breder opgevat omvat hij eveneens de algemene kerkelijke wetten omtrent lezing, behoud en verkoop van publicaties, die een gevaar kunnen zijn voor geloof of zeden en betreffende de voorafgaande censuur of keuring, die voor het uitgeven van bepaalde boeken door de Kerk geëist wordt (zie Boekenwet).
De eerste uitgave van een algemene Index is die van paus Paulus IV in 1559. Bekend is de Index van Pius IV, Index Tridentinus genoemd, die kracht van wet had in de Kerk tot het einde van de 19de eeuw.
De laatste officiële uitgave, op bevel van paus Pius XII uitgevaardigd, dateert van 1940, maar wel zijn er niet-officiële uitgaven. Sedert 1929 verschijnt de Index ook in moderne talen. w. o.
INDIA. In 1947 werd het voormalige Brits-Indië in twee zelfstandige rijken gesplitst, nl.
India en Pakistan. Deze verdeling geschiedde op godsdienstige grondslag.
Het westelijk en oostelijk gedeelte van het hele gebied, waarin vooral Mohammedanen wonen, werd het zelfstandige gebied Pakistan.
Het middengedeelte, verreweg het grootste deel, waarin de Hindoes wonen, werd India, een rijk van ca. 375 millioen inwoners.
De Hindoes vormen er de grote meerderheid. In het practische leven is het Hindoeïsme niet op de eerste plaats een godsdienst; veel meer is het een maatschappelijke ordening, berustend op het kastenstelsel.
Wie niet tot een of andere kaste behoort, is een verworpeling, een paria. Vele Hindoes kennen de goden niet, die vereerd plegen te worden in het Hindoeïsme.
Ook de leden van andere godsdiensten hebben met de kastenindeling te maken. De Katholieke Kerk telt in India ca. 5 millioen gelovigen, d.i. slechts 1,5 pet.
Het grootste kwantum hiervan (3,5 millioen) woont in het Zuiden. Langs de kust van Malabar zijn de leden der Syro-Malabaarse ritus gevestigd, afstammelingen van Syrische emigranten, die hier gekomen zijn in de 4de eeuw; hun ritus valt onder de congregatie der Oosterse Kerken (zie Malabar-Christenen en kaart Oosterse Kerken).
Het nog steeds Portugese Goa is een centrum van Christendom: sedert de komst der Portugezen dateert de bekering van Goa en in de 4 volgende eeuwen is steeds het merendeel katholiek geweest. Hier is een bekend seminarie; vele Goanese priesters zijn als missionarissen uitgetrokken naar India zelf en andere streken.
Een staat, die voor 40 pet. katholiek is, is de staat Travancore in Zuid-India.
De vestiging der Kerk van Zuid-India is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de reusachtige missie-arbeid die St.
Franciscus Xaverius hier verrichtte. In Noord-India is het aantal gelovigen evenwel slechts zeer gering.
Kleine centra zijn te vinden in de Gangesvlakte, waar bisdommen van geringe omvang gevestigd zijn in Calcutta, in Patna, Agra en andere plaatsen. Het kastenstelsel is een rem op de bekering, en een massale overgang tot de Kerk is dan ook niet te verwachten.
Het aantal priesters, dat in India werkzaam is, is niet gering in verhouding tot liet aantal gelovigen. Zeer verheugend is, dat 75 pct. der priesters Indiërs zijn, d.w.z. 4450 op een totaal aantal priesters van 6000.
Meer dan de helft der broeders en 80 pct. der zusters (d.i. 8830) zijn uit India zelf geboortig. De katholieke middelbare scholen spelen een voorname rol.
Al is de Kerk in aantal slechts een minderheid, toch heeft zij in het tegenwoordige India grote betekenis en wordt zij als een cultuurfactor gewaardeerd. De huidige regering staat welwillend tegenover de Katholieke Kerk; wel heeft de vrees voor de invloed der Westerlingen haar het verbod ingegeven, dat geen nieuwe westerse missionarissen het land mogen binnenkomen, maar mogelijk is dit verbod van tijdelijke aard.De protestantse zending dateert van het begin der 18de eeuw (in de toenmalige Deense koloniën in Z.O.-India). Vooral sinds de overname van het bestuur door Engeland in 1856 vestigden zich talrijke zendingsorganisaties uit diverse landen in India, hetgeen grote verdeeldheid tot gevolg had. In Zuid-India verenigden in 1947 de protestantse Kerken (zowel die van episcopaalse als van presbyteriaanse kerkinrichting) zich tot de Verenigde Kerk van Zuid-India, waarmee de Anglicaanse Kerk van Engeland een (voorlopig beperkte) intercommunie zoekt aan te gaan (onder verzet van groepen uit hoogkerkelijke kringen). In Noord-India is een gelijke ontwikkeling gaande. Het aantal Protestanten is in totaal ongeveer gelijk aan dat der Katholieken (.zie ook Indische godsdiensten en krt. Verspreiding van het Christendom, Missie en Zendingsgebieden).
j. H. H./C. V. D.