Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

DOMINICUS

betekenis & definitie

(de Guzman) (ca. 1170-1221), heilige, stichter van de orde van de Dominicanen, was aanvankelijk kanunnik van het kathedrale kapittel van Osma. Met bisschop Didacus van Azevedo trad hij als rondreizend prediker op tegen de Waldenzen en Albigenzen in Z.-Frankrijk.

Na de dood van Didacus (1207) nam hij de leiding op zich van het door Didacus bij Toulouse gestichte missiecentrum. In 1215 stichtte hij het eerste huis voor predikbroeders in Toulouse.

Hij bedoelde zijn orde aanvankelijk als een orde van zielzorgers die onder de directe leiding van de diocesane bisschop van heel het diocees werkzaam zouden zijn, geen vaste inkomens zouden genieten, maar zouden leven van bedelen. De pauselijke goedkeuring volgde eerst nadat Dominicus voor zijn instituut de kloosterregel van de Augustijnen had aangenomen (1216 door paus Honorius III).

Met de inquisitie heeft Dominicus nog niets te maken. Ijver voor het heil der ziel beheerste het geestelijk leven van Dominicus in wie contemplatie en apostolische werkzaamheid zich tot een schone harmonie verenigden.

Feestdag 4 Augustus.