Johannes (ca. 1400-1472), Byzantijns theoloog en wijsgeer, is vooral van belang door zijn bemiddeling tussen Oosterse en Westerse Kerk en zijn daarmee in verband staande werkzaamheid op het verenigingsconcilie te Ferrara-Florence (1438), anderzijds door zijn betekenis voor de geschiedenis van het Humanisme. Toen de vereniging der Griekse en Rooms-Katholieke Kerk in 1439 niet doorging, ging Bessarion over naar de R.K.
Kerk en werd kardinaal. Na de val van Constantinopel ijverde hij voor een kruistocht tegen de Turken.
Van groot belang is dat de Italianen door Bessarion in aanraking kwamen met de oud-Griekse wetenschap. Bessarion verdedigde Plato, voor zover hij deze met het Christendom kon verenigen, evenwel zonder Aristoteles geheel te verwerpen.