Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

GESCHIEDENIS

betekenis & definitie

Bij een theologie der profane geschiedenis is het van belang eerst de termen nauwkeurig te bepalen. Het gaat over de profane geschiedenis, d.w.z. het geheel der historische beschavingen, en niet over de „heilsgeschiedenis" of over het verborgen leven der uitverkorenen en van de hemel.

Het is een theologie en het gaat er dus om, na te gaan of de openbaring ons op een of andere manier aanwijzingen geeft over deze profane geschiedenis (de filosofie der geschiedenis onderzoekt wat de rede ons kan doen kennen over dit onderwerp). Wanneer men in de hierboven aangeduide zin spreekt over de „theologie van de geschiedenis”, kan men twee vragen stellen: Heeft de geschiedenis waarde voor God en voor Christus? Zo ja, leert de openbaring ons dan iets over haar verloop en haar bestemming? Over deze twee punten spreekt de geloofsleer zich nauwelijks uit en heerst er geenszins eenstemmigheid onder de katholieke theologen.Heeft de profane geschiedenis waarde? Op zichzelf niet, antwoorden de zgn. „eschatologische” theologen: want sinds de openbaring van het Heil vertegenwoordigt deze aardse wereld een overwonnen situatie. Andere theologen kennen aan de historische ontwikkeling der mensheid wel een waarde toe, omdat zij een van de bestanddelen vormt waaruit de definitieve christelijke orde, welke in en door de genade en de liefde tot stand komt, is opgebouwd. Slechts de kwestie zou overblijven, of deze historische ontwikkeling volgens christelijke opvatting gezien moet worden als een „preludium”, een „voorspel” óf als een „voorafbeelding” van het komend bestel. Het begrip voorspel duidt aan, dat er reeds hier op aarde een werkelijk begin is van de toekomstige definitieve orde; terwijl voorafbeelding duidt op een verwerkelijking, welke het beeld is van de grote vernieuwing der dingen, die pas later bij het einde der tijden door de Geest Gods bewerkt zal worden: „en gij zult het aanschijn der aarde vernieuwen”.

De fundamentele moeilijkheid die hier ligt is de volgende: om precies te weten, welke waarde de totale aardse ontwikkeling heeft in de ogen van God, zou men moeten weten, wat de uiteindelijke en eeuwige gestalte is van deze aardse wereld. De openbaring nu leert ons met betrekking tot de kosmos zeer weinig over de laatste dingen en zonder theologische kennis van de uiteindelijke toestand van iets is het uitermate moeilijk het „voorbereidingsstadium” daarvan nader te bepalen.

De theologen die aan de profane geschiedenis waarde toekennen, vragen zich verder af, of wij uit de openbaring kennis kunnen putten omtrent haar weg en richting. Sommigen antwoorden daarop, doordat zij bijv. in het Boek der Openbaring profetische aanduidingen trachten te vinden omtrent de verschillende etappes van de geschiedenis der mensheid. Vele theologisch ongeschoolden hebben in hun weetgierigheid naar de religieuze geheimen op deze wijze de lijnen trachten te trekken van de grote perioden der menselijke geschiedenis. Het schijnt echter niet raadzaam hen te volgen. Maar wel is het misschien mogelijk om in ruime en algemene zin iets naders aan te geven omtrent de richting die de mensheid, door alle omwegen en wisselvalligheden heen, in haar totale ontwikkeling zal moeten gaan. De openbaring leert ons immers, dat bij het einde der tijden God alles in allen zal zijn en dat zijn Geest over alle aardse machten zal zegevieren.

Men weet eveneens, dat de Geest stuwt m de richting van zedelijke zuiverheid, van éénwording, vrede, universaliteit. En tenslotte neemt men aan, dat de Geest Godo reeds thans feitelijk zijn werking uitoefent in de wereld, door middel van de mensen die er als het ware de uitvoerders van zijn. Het is derhalve zeer waarschijnlijk, dat het zij hier herhaald: ondanks tal van omwegen en na herhaaldelijk stilstaan de ontwikkeling der mensheid in de loop der tijden zich zal kenmerken door een wijd omvattende beweging in de richting van vergeestelijking, organische eenwording en universaliteit.

M. G. TH.