Jules Grandgagnage

Schrijver op Ensie

Gepubliceerd op 04-04-2020

William Wordsworth

betekenis & definitie

William Wordsworth (1770-1850) is een van de bekendste Engelse dichters uit de romantiek. Wordsworth lag samen met Samuel Taylor Coleridge aan de basis van het tijdperk van de romantiek in de Engelse literatuur met hun in 1798 gezamenlijk uitgegeven 'Lyrical Ballads'.
Als Wordsworths magnum opus wordt algemeen 'The Prelude' genoemd, een lang semiautobiografisch gedicht over zijn vroege jaren, dat hij een aantal keren redigeerde en uitbreidde. Wordsworth was de Britse Poet Laureate van 1843 tot aan zijn dood in 1850.

Romantiek legde grote nadruk op de verbeelding, en reageerde hiermee tegen de klassieke conventies die toen in de kunst golden. Wordsworth en andere romantici benadrukten de diepe ervaringen van het dagelijks leven, het belang van menselijke emoties en de kracht van de natuur. Hij was ervan overtuigd dat de natuur een sterke impact kan hebben op ons emotionele en spirituele leven. In onze hedendaagse drukke wereld is deze boodschap nog steeds belangrijk omdat mensen vaak het contact met de helende kracht van de natuur verloren zijn geraakt.

Wordsworth beschrijft zelf de kenmerken van zijn poëzie in zijn voorwoord bij de 'Lyrical Ballads':
1 - In de eerste plaats maakt hij gebruik van gewone taal: "de taal die echt door mensen wordt gebruikt". Dit kan verbazing wekken wanneer men zijn gedichten leest, die weinig gemeen hebben met de taal van de ongeschoolde plattelandsmensen die Wordsworth zo hoog aanprijst. Om te begrijpen wat hij bedoelt, moet men rekening houden met de poëtische conventies van de beweging die voorafging aan de romantiek: de klassieke en zeer sierlijke poëzie van achttiende-eeuwse dichters zoals Alexander Pope. In vergelijking hiermee gebruikt Wordsworths poëzie relatief directe bewoordingen en ongecompliceerde syntaxis. In zijn tijd viel zijn werk op vanwege de verfrissend ongecompliceerde stijl van poëzie.
2 - Het tweede prominente kenmerk van de poëzie van Wordsworth is de nadruk op emotie, en in het bijzonder wat Wordsworth 'de spontane overstroming van krachtige gevoelens uit emoties die in rust worden opgeroepen' noemde ("the spontaneous overflow of powerful feelings from emotions recollected in tranquility"). Dit soort herinneringen aan emoties in een staat van contemplatie achteraf was voor Wordsworth de meest pure definitie van poëzie. Voor hem was het de taak van de dichter om in zichzelf krachtige emoties op te roepen uit zijn herinnering, en vervolgens die emoties te herschikken in de taal van poëzie. Dit is het meest opvallende aspect van de poëzie van Wordsworth, resulterend in zowel banaal als sentimenteel vers en verbluffend ontroerende poëtische meditaties.