('zwa:luw) m. (en)
I. Eig. gevorkte staart van een zwaluw.
II. Metf. voorwerp in de vorm van een zwaluwstaart. III. Metn.
1. wijze van hout verbinding met zwaluwstaartvormige lippen.
2. zwaluwstaarten twee planken door zwaluwstaarten verbonden.
3. rok met zwaluwstaartvormige slippen : kelners met -en.
4. → wouw (II 1).
5. → koninginnenpage (2).