('zijdɘ) v. (-en) groene rups van een nachtvlinder die in haar kokon de zijde levert (Bombyx mori). Syn. zijdeworm.
Ene. De zijderups voedt zich met de bladeren van de moerbeiboom, spint zich, na 30 dagen etens, in drie etmalen in en vormt dan in een minuut 35 cm draad op de kokon. Zü werd reeds 4000 jaar geleden in China gekweekt. Van daar brachten haar twee monniken in 555 n.K. mede naar Byzantium (Konstantinopel).