(zi'geunɘr) m. (—s) [heiden]
1. Eig. lid van een in Europa en Azië rondzwervend volk, donkerbruin van kleur, met glimmend zwart haar, een eigenaardige, met het Zend overeenkomende taal en zonderlinge gebruiken. Syn. gipsy, gitano, zingaro.
2. Metf. haveloze zwerver.