Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-02-2020

zeeman

betekenis & definitie

m.(zeelieden, ..lui) hij die ter zee vaart, varensgast, varensgezel, matroos: een bekwaam, bevaren, ervaren -; op zijn -s zwemmen; een goed wordt ook wel eens nat, een matig mens drinkt ook wel eens een glaasje te veel; geen man of een -, een weeman, klacht van de thuisgebleven vrouw.