v. (-len)
I. Eig. lange, krullig dooreengegroeide zachte haren van sommige dieren inz. van schapen : de scheren, plukken, uitzoeken, ontvetten, wassen; de langstapelige wordt gekamd, de kortstapelige gekaard; spinnen, weven; dekens van -; natuurlijke -; kunstwol; bij de jagers heten de haren van de haas -; in de geverfd of door de heen zijn, alle schaamte verloren hebben of goed op de hoogte zijn. → geschreeuw.
II. Metn.
1. draden van wol : kousen van breien.
2. stof, klederen van wollen draden geweven : dragen; onder de gaan, kruipen, naar bed gaan; onder de zijn, in bed zijn.
III. Metf.
1. fijne zachte haren waarmede de oppervlakte inz. de bladeren van verschillende planten bedekt zijn.
2. lange krullig ineengedraaide fijne draden om de zaden van vele planten : van het wolgras.
Enc. Wol is sedert de oudheid een belangrijke weefstof. De vroegste berichten over wolhandel en -bewerking stammen uit Babylon en Ninive. Ook in Egypte werden wollen stoffen vervaardigd. Uit Klein-Azië, waar Milete de voornaamste handelsplaats was, kwam de wol naar Griekenland en van hier naar Rome. Later belandde ze in Spanje, waar de Moren de teelt van het merinosschaap tot hoge bloei brachten.
Spanje en ook Engeland, waar het klimaat zich goed voor de wolproduktie leent, verboden tot 1827 de uitvoer van fokdieren. Toen het verbod was opgeheven, gelukte het, eveneens in andere landen, de inheemse schapen met merinosbloed te verbeteren. Ook in Australië werden in 1801, 29 merinosschapen ingevoerd uit Zuid-Afrika, waar ze voor de Boeren bestemd waren, maar deze wilden ze niet, omdat zij aan hun eigen vetstaartschapen de voorkeur gaven. In Australië vermenigvuldigden zich de ingevoerde schapen zo geweldig dat het land thans de eerste wolproducent is. Toen Italië de oorlog tegen Ethiopië 1935 begon, nam de Volkenbond sankties en verbood o. a. de invoer van wol. Italië antwoordde hierop met de vervaardiging van wol uit melk (melkwol).
Ook uit vis wordt wol (viswol) en uit cellulose (cellulosewol) bereid. Ter reiniging van vet en zweet, wordt de schaapswol eerst op het schaap gewassen, daarna geschoren en naar de fabriek verzonden. Hier wordt ze nogmaals ontvet, gespoeld, gedroogd, tot garens gesponnen en geweven, verder geverfd en soms bedrukt. Daar wol een slechte warmtegeleider is, is ze biezonder geschikt voor warme klederen.
