Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-02-2020

wisselen

betekenis & definitie

('wissələn) (wisselde, heeft gewisseld)

1. het een voor het ander geven, omruilen : een bankbiljet voor baar geld; vreemde munten -; een automaat om geld te -. → stuiver.
2. groot geld ruilen voor klein geld : een frank, gulden-; kan u -?
3. elkander schrijven : brieven -.
4. elkander toesturen : beleefdheden -. → kogel, woord.
5. wederkerig mededelen : van gedachten over iets.
6. veranderen : alles wisselt en vergaat; zijn stem is aan het -; van plaats, van paarden -; paaltje -. → tand.
7. op een ander spoor overgaan : spoorwagens kunnen -.
8. schommelen : de gewone sterrenkundige schemering wisselt bij ons tussen 48 en 36 minuten.

< >