('windә) v. (-n, -s)[< winden]
I. geslacht van planten met witte, kelkvormige bloemen die zich om andere planten naar boven winden, en waartoe de akker- en de haagwinde behoren (Convolvulus).
II. toestel om iets op te winden nl.
1. windas.
2. katrol.
3. garenwinder.