Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-02-2020

wijding

betekenis & definitie

('wijding) v. (-en)

I. Eig. het → wijden.

II. Metn.

1. [door wijding verkregen] geestelijke waardigheid : de hogere -en zijn het priesterschap (bisschop en gewoon priester), het diakonaat en het subdiakonaat; de kleine(re) -en zijn het akolitaat, het exorcistaat, het lektoraat, het ostiariaat; vóór de kleinere -en wordt de tonsuur toegediend.
2. gewijde, religieuze stemming.

< >