('westən) o.
1. Eig. punt, windstreek waar de zon schijnbaar ondergaat: het hebben we aan de linkerkant als we naar het noorden kijken; in, naar, uit het -; buiten zijn [buiten weten], buiten kennis of dronken; ten -, aan de westzijde.
2. Metn. gedeelte der wereld dat ten opzichte van een bepaald punt, inz. Europa, in het westen ligt : Amerika is voor ons het het verre -, de westzijde van Noord-Amerika.