m. (-en; -je)
I. Eig. het wensen : een koesteren, uiten, uitdrukken, verhoren, vervullen; een kan in vervulling gaan; alles ging naar -; vrome -en, wensen die goed zijn maar weinig kans hebben op vervulling. Syn.→: begeerte.
II. Metn.
1. het gewenste : wat is uw -? de is de vader der gedachte, men stelt zich iets als mogelijk of waarschijnlijk voor omdat men het wenst.
2. Inz. gelukwens, heilbede : ontvang mijn beste -en; een opzeggen.