(‘wellən)
I. (welde, is geweld) opwaarts stijgen, opborrelen, ontspringen : water welt daar uit de grond; de wijn welt uit de spon.
II. (welde, heeft geweld)
1. doen koken : iets in de pan -.
2. uithamerend aaneensmelten : ijzer -. Syn. lassen.
III. Wellen, [wel (I)?] gemeente in Belgisch-Limburg 1696 ha, 3625 inw. Landbouw.