Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-02-2020

wateren

betekenis & definitie

('wa:tərən)(waterde, heeft gewaterd)

1. met water begieten, besproeien : een tuin -.
2. naar het wed brengen om te laten drinken : paarden -.
3. water, urine lozen : verboden te-.
4. van watergolvingen voorzien : zijde -. → gewaterd.
5. met waterachtig vocht bedekt worden : zijn ogen -. → mond, tand.
6. in en uit het water springen : de kogels -.