('wa:lən)
I. (waalde, heeft gewaald) [~ wals]
1. draaien, ongestadig zijn : het van ’t kompas.
2. verlopen : het tij begon te -.
3. wankelen, weifelen.
II. Walen
1. Eig. mv. van → Waal.
2. Metn. Walenstreek ; hij woont in de -.
Gepubliceerd op 24-02-2020
betekenis & definitie
('wa:lən)
I. (waalde, heeft gewaald) [~ wals]
1. draaien, ongestadig zijn : het van ’t kompas.
2. verlopen : het tij begon te -.
3. wankelen, weifelen.
II. Walen
1. Eig. mv. van → Waal.
2. Metn. Walenstreek ; hij woont in de -.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: