('wa:gəna:r)
1. (Jan) Nederlands geschiedschrijver, ° 31 okt. 1709 te Amsterdam, klerk en historieschrijver der stad, ✝ aldaar 1 maart 1773 ; schreef o. a. Vaderlandsche historie, bevattende de geschiedenis der Vereenigde Nederlanden (1749-1760) en een Beschrijving van Amsterdam (1767).
2. (Johan) Nederlands musicus, ° 1 nov. 1862 te Utrecht, was direkteur van het conservatorium te 's-Gravenhage, waar hij 17 juni 1941 ✝; schreef muziekwerken met een uitgesproken persoonlijk cachet o. a. de komische opera De Doge van Venetië, ouverture van Cyrano de Bergerac, ouverture van Shakespeares blijspel Driekoningenavond. Met Zweers is hij de meest Hollandse komponist.