v. (-en) verkorte vorm van vreugde, vreugde ('vreugdә) v. (-n)
I. Eig.
1. gewaarwording van diepe, innige blijdschap: gevoelen over iets; van wenen. Syn. blijdschap.
2. Verzw. genoegen, plezie : aan iemand beleven; (on)gestoorde, uitgelaten -. gek, ziel.
II. Metn. oorzaak van vreugde: hij was de van zijn ouders.