Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

verwijven

betekenis & definitie

(var'wijvan) (verwijfde, verwijfd) 1. (heeft) week maken. 2. (is) week worden, verwijvlng v. verwijzen (var’wijzan) (verwees, heeft verwezen) 1. naar een andere persoon of een andere zaak wijzen : ik heb hem naar mijn vader verwezen; naar een ander kantoor -; de cijfers naar de bladzijden; de nota verwijst naar een dergelijke uitdrukking bij Vondel. 2. verbannen : iemand uit het land -. 3. Recht, veroordelen : Kristus werd ter dood verwezen; verwezen worden tot schadevergoeding; iemand in de kosten -, tot de kosten veroordelen, verwijzing v. (-en), verwijzingsteken o. (-s). verwikkelen (var'wikkalan) (verwikkelde, heeft verwikkeld) 1. verwarren : de zaken -. 2. betrekken : iemand in een samenzwering -. verwikkeling (var'wikkaling) v. (-en) I.

Eig. het verwikkelen (1), verwarren. II.

Metn. 1. iets dat verward is, moeilijkheid, kwestie : buitenlandse -en. 2. iets dat verwart, intrige (2) : de van een drama. verwikken (var'wikkan) (alleen in de onbep. wijs) verplaatsen : ’t is niet te - of te verwegen. verwilderd (var'wildart) bn. en bw. (-er, -st) 1. wild geworden : een -e tuin. 2. woest, ruw : een -e blik. verwilderdheid v. verwilderen (verwilderde, is verwilderd) 1. wild(er). woest worden : vaarden in volle vrijheid. 2. wild (er), losbandig, ruw worden : de kinderen -. verwildering v.

< >