Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

verstek

betekenis & definitie

(vər'stek) o. (-ken)

I. schuine stootnaad van elkander ontmoetende lijstdelen ; houten in zagen; voegen in -; hout onder zagen, onder een hoek van 45°.

II. [verstoken, beroofd van verdediging] Recht, afwezigheid van de beschuldigde : een bw gewezen vonnis; laten gaan, als gedaagde niet verschijnen voor de rechter; iemand bij veroordelen, bij afwezigheid van de aangeklaagde. Tgst. contradictoir, op tegenspraak.

< >