(vər'snelling) v. (-en)
I. Eig.
1. Algm. het versnellen : de der zwaartekracht is bijna 10 m in de sekonde; de van een rivier.
2. Natk. toename van de snelheid in de tijdseenheid : de der zwaartekracht.
II.Metn. [van I 1] overbrenging der beweging door tandraderen, waarbij de beweging tevens versnelt of verhoogt: hij heeft een grote op zijn fiets; de eerste, tweede, derde bij een auto.