o. (-s; -tje) [vierendeel] vierendeel van iets nl.
1. vierendeel van een el: een fluweel.
2. 1½ hg: een boter.
3. vaatje van 80 pond.
Gepubliceerd op 18-02-2020
betekenis & definitie
o. (-s; -tje) [vierendeel] vierendeel van iets nl.
1. vierendeel van een el: een fluweel.
2. 1½ hg: een boter.
3. vaatje van 80 pond.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: