m. (-a) buis met konvergerend objektief en oculairlens om verwijderde voorwerpen duidelijker te zien: bij de astronomische - of teleskoop is het beeld omgekeerd, bij de aardse rechtopstaand; de is 1599 door Z. Jansen te Middelburg uitgevonden.
Enc. Van het voorwerp wordt door het objektief een verkleind, omgekeerd beeld gevormd. De lens keert het beeld om, zodat een even groot reëel beeld ontstaat. Van dit beeld ziet het oog door het oculair een vergroot, virtueel beeld.