('uit) (woonde uit, heeft uitgewoond)
1. buiten zijn huis wonen.
2. buiten, in een andere plaats wonen.
3. door bewoning verslijten : een uitgewoond huis.
Gepubliceerd op 18-02-2020
betekenis & definitie
('uit) (woonde uit, heeft uitgewoond)
1. buiten zijn huis wonen.
2. buiten, in een andere plaats wonen.
3. door bewoning verslijten : een uitgewoond huis.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: