('uit) (strekte uit, heeft uitgestrekt)
1. voor zich uitsteken : de armen naar iets -.
2. in de volle lengte leggen : zich op de grond -.
3. zich reiken : deze wouden strekken zich uit tot ver in het westen.
Gepubliceerd op 18-02-2020
betekenis & definitie
('uit) (strekte uit, heeft uitgestrekt)
1. voor zich uitsteken : de armen naar iets -.
2. in de volle lengte leggen : zich op de grond -.
3. zich reiken : deze wouden strekken zich uit tot ver in het westen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: