Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

Tsjechoslovakije

betekenis & definitie

(tsjεchoslova'kijə) o. republiek in Midden-Europa. Hoofdstad : Praag.

1. Aardrijkskundig. 140 352 km2. In het noorden door steile bergen omsloten, is het een vruchtbaar land dat, ondanks de dichte bevolking, zelfs o. a. graan, suiker en ooft uitvoeren kan. Door de aanwezigheid van steenkool en ijzer ontstond metaalen glasnijverheid. Marienbad en Karlsbad zijn bekende badplaatsen, Pilsen is beroemd om zijn bier. 12 000 000 inwoners nl. Tsjechen en Slovaken. Bijna 90°„ van de bevolking is katoliek.
2. Geschiedkundig. Het land, waarvan Bohemen de kern vormt, werd reeds vroeg door Slavische apostelen tot het kristendom bekeerd, was eerst hertogdom in het Duitse Rijk, sinds 1086 koninkrijk, kwam 1526 aan de Habsburgers en deelde sindsdien in het lot van de Oostenrijkse Landen. Merkwaardig is thans nog de verering van Huss, met als hervormer, maar als nationale held. Na de omwenteling van 1848 werd het streven van de Tsjechen om zich los te maken van de monarchie en een eigen staat te vormen steeds sterker, totdat na de Eerste Wereldoorlog in 1918 dit werd verwezenlijkt onder de leiding van MASARYK, die de eerste president werd van de republiek. Nu de Tsjechen het heersende volk waren, lieten zij hun macht voelen aan de Duitsers (veelal de geldbezitters) en de Slovaken, aan wie autonomie was beloofd. De pogingen om een eigen nationale kerk te stichten, die vrijer zou staan tegenover Rome, mislukten. Tsjechoslovakije sloot een militair akkoord met Frankrijk en een verbond met Polen, en vormde met Joegoslavië en Roemenië de Kleine Entente. BENESJ was er de talentvolle minister van Buitenlandse Zaken. In 1938 werd het Duitse Sudetenland, in 1939 Bohemen-Moravie, als protektoraat, bij het Duitse Rijk ingelijfd, terwijl Slovakije zelfstandig werd, met Duitse militaire bezetting, en Roethenië of Karpatho-Oekraïne bij Hongarije werd gevoegd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog organizeerde BENESJ te Londen de uitgeweken regering. Van okt. 1944 tot mei 1945 (bevrijding van Praag), werd Tsjechoslovakije uit het oosten door de Russen, uit het westen door de Amerikanen, die echter niet tot Praag duifden voortrukken, bevrijd. Het land werd binnen zijn vorige grenzen hersteld met uitzondering van Roethenië dat 1945 bij de Oekraïne werd gevoegd. In datzelfde jaar werd BENESJ president. Mgr. Tiso die 1939-1945 president van de republiek Slovakije was geweest, werd ter dood veroordeeld en terechtgesteld. Bij de verkiezingen in 1946 zegevierden de linkse partijen in Bohemen-Moravie, terwijl in Slovakije de demokraten het grootste aantal stemmen behaalden. De kommunist GOTTWALD werd minister-president. Ongeveer drie miljoen „ongewenste vreemdelingen’” nl. Duitsers, Hongaren en Polen weiden uit het land verdreven. In 1948 deden de kommunisten een greep naar de macht, richtten een volksfront op en brachten het land in de ekonomische en politieke invloedsfeer van Rusland. De minister van Buitenlandse Zaken MASARYK verdween, BENESJ trad af nadat hij geweigerd had de nieuwe grondwet te ondertekenen en overleed nog datzelfde jaar.

< >