(trip'tkk) v. (-en) [Fr. < Gr. triptuchos, drievoudig]
1. Eig. drieluik.
2. Metf. meestal in drieën gevouwen internationaal paspoort van automobilisten en wielrijders.
Gepubliceerd op 18-02-2020
betekenis & definitie
(trip'tkk) v. (-en) [Fr. < Gr. triptuchos, drievoudig]
1. Eig. drieluik.
2. Metf. meestal in drieën gevouwen internationaal paspoort van automobilisten en wielrijders.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: