('tri:as) m. en o. [Gr. drietal]
1. Eig. oudste secundaire formatie, zo genoemd naar de drie steensoorten (bonte zandsteen, schelpenkalk, keuper) die het bevat.
2. Trias Metn. tijdperk met die formatie.
Gepubliceerd op 18-02-2020
betekenis & definitie
('tri:as) m. en o. [Gr. drietal]
1. Eig. oudste secundaire formatie, zo genoemd naar de drie steensoorten (bonte zandsteen, schelpenkalk, keuper) die het bevat.
2. Trias Metn. tijdperk met die formatie.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: