(tri’angɘl) m. (-s; -tje) [Fr. < Lat. triangulum]
1. Algm. driehoek.
2. Muz. driehoekig, gebogen staafje dat vrijhangend, met een stalen stukje geslagen wordt en een helder geluid geeft : in het orkest speelt hij de-.
Gepubliceerd op 18-02-2020
betekenis & definitie
(tri’angɘl) m. (-s; -tje) [Fr. < Lat. triangulum]
1. Algm. driehoek.
2. Muz. driehoekig, gebogen staafje dat vrijhangend, met een stalen stukje geslagen wordt en een helder geluid geeft : in het orkest speelt hij de-.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: