('tra:cheit) v.
I. Eig. het traag zijn
1. (1) langzaamheid.
2. (2) luiheid, maar minder sterk.
II. Metf. [van I 2] Natk. volhardingsvermogen van een lichaam om in een toestand van rust of beweging te blijven. Syn. inertie.
Gepubliceerd op 18-02-2020
betekenis & definitie
('tra:cheit) v.
I. Eig. het traag zijn
1. (1) langzaamheid.
2. (2) luiheid, maar minder sterk.
II. Metf. [van I 2] Natk. volhardingsvermogen van een lichaam om in een toestand van rust of beweging te blijven. Syn. inertie.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: