Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

Tongeren

betekenis & definitie

(’tongərən)

1. mv. Eig. Oudnederlandse volksstam in de Kempen.
2. Metn. stad in Belgisch-Limburg 1319 ha, 13.161 inw. Metaalnijverheid, hout- en meubelindustrie, aardewerkfabrikage. Overblijfselen van Romeinse gebouwen, gotische Onze-Lieve-Vrouwekerk (xvde eeuw), standbeeld van Ambiorix. Tongeren is waarschijnlijk het Oppidum Aduaticorum, waar Plinius de naar hem genoemde fontein beschreef, en dat door Caesar 57 v. K. werd verwoest. De Tongri stichtten een nieuwe stad, waar St. Martinus in de IIIde eeuw (?) zijn bisschopszetel vestigde.

< >