('tobbə) v. (-n, -s ; -tje) [~ twee ]
I. Eig. vat al of niet met twee oren nl.
1. lage kuip met handvatten : aan de staan (te wassen). Syn. → kuip.
2. halfvat.
3. bak in de papierfabrikage. -
II. t o b b e t j e Metf. kort dik vrouwspersoon.