(’tijdələk)
I. bn. en bw.
1. vergankelijk, voorbijgaand : -e goederen. Tgst. eeuwig.
2. voor zekere tijd, voorlopig : een -e benoeming; ergens wonen. Tgst. vast.
3. werelds : het gezag. Tgst. kerkelijk.
II. bw. Gew. bijtijds.
Gepubliceerd op 18-02-2020
betekenis & definitie
(’tijdələk)
I. bn. en bw.
1. vergankelijk, voorbijgaand : -e goederen. Tgst. eeuwig.
2. voor zekere tijd, voorlopig : een -e benoeming; ergens wonen. Tgst. vast.
3. werelds : het gezag. Tgst. kerkelijk.
II. bw. Gew. bijtijds.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: