Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

tamarinde

betekenis & definitie

(tama'rində) v. (-n, -s) [Ar. tamar hindi, Indische dadel]

I. Eig. citroenachtige vruchten van de onder (II 1) genoemde boom, die in hun bruinachtig moes één tot twaalf zaden bevatten.

II, Metn.

1. die zaden welke als laxeermiddel, en verder in tabak, sausen enz. worden gebruikt.
2. boom in tropisch Afrika en Oost-Indië met afwisselend evengevinde bladeren met welriekende paars geaderde bloemtrossen en de beschreven vruchten (Tamarindus indica).

< >