Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

tabernakel

betekenis & definitie

(tabər'na:kəl) m. en o. (-en,-s;-tje) [Lat. tabernaculum]

I. Eig. heilige bergplaats nl.
1. a. veldtent van de Israëlieten, die de Ark des Verbonds bevatte en tot tempel diende : de heerlijkheid Gods vervulde de -. Gez, de eeuwige, de hemelse -, de hemel; de dienen, de Israëlitische godsdienst aanhangen; ergens zijn -en opslaan, bouwen, er blijven, toeven; iemands (aardse) -, zijn lichaam; iemand op zijn geven, komen, hem afranselen,
b. Uitbr, tempel, heiligdom : de Gods.
2. Kat. versierde kast midden op het altaar, waarin het Allerheiligste bewaard wordt : een vast, draaiend -; in het staan de ciborie, de monstrans, de pixis.

II. Metf. geheel van iets ontzagwekkends, eerbiedwaardigs : de der wetenschap.

< >