('si:riә) [afkorting van Assyrië] republiek in Azië, 188.339 km2, 2.860.000 inw. De inwoners zijn over het algemeen Arabisch sprekende mohammedanen.
Hoofdstad: Damaskus. Uitvoer: groenten.Geschiedenis. Eerst Babylonisch, werd Syrië door THOETMOSIS III van Egypte (1503-1449), later door ALEXANDER DE GROTE (336-323) veroverd, en vormde sinds 312 de kern van het rijk der Seleukiden totdat het 64 v. K. aan Rome kwam. In 636 n. K. werd het Arabisch, beleefde een tijdperk van bloei onder de Ommajaden, werd gedeeltelijk veroverd door de kruisvaarders in de XIIde en XIIIde eeuw, en 1517 Turks. Reeds vóór de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) was het belangensfeer van Frankrijk dat na de oorlog, door het Verdrag van San Remo 1920 het mandaat daarover verkreeg.
In 1921 en 1939 moest Syrië een gedeelte van zijn grondgebied aan de N.W.-grens aan Turkije afstaan. Toen in de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) de Duitsers luchtbasissen bezetten, drongen de Engelsen 1941 het land binnen en overwonnen, met behulp van de Gaulles troepen, de Franse strijdkrachten. In 1944 erkende Frankrijk de volle onafhankelijkheid van de Syrische republiek. In 1949 hadden er drie staatsgrepen plaats.