I. (sin'ko:pә) v. (-n, -s) [Gr. sugkopè d.i.] afkorting nl.
1. Geneesk. het plotseling ophouden van de harteslag, waardoor een flauwte onstaat.
2. Muz. ritmische figuur waarbij de tweede helft van een maatdeel met de eerste van het volgende verbonden is.