Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

steur

betekenis & definitie

m. (-en; -tje) [wsch. Skandinavisch stor, grote (vis)] tot 3 m lange, welsmakende bruine vis met witte buik en slurfvormige snuit, in de Atlantische Oceaan en in de rivieren (Acipenser sturio): komt veel in de Volga voor; uit de zwemblaas van de vervaardigt men vislijm; de gezouten eieren van de komen als kaviaar in de handel; kampersteur.

< >