Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

ster

betekenis & definitie

v. (-ren; -retje)

I. Eig. een der hemellichamen die wij ’s nachts aan de hemel zien flikkeren: duizenden -ren fonkelen aan het hemelgewelf; een zien verschieten; een van de eerste, tweede enz. grootte; avond-, morgenster; (noord)poolster; staartster; geluksster. Gez. in de -ren kijken, de sterrenhemel onderzoeken; vallende -ren, lichtende overblijfselen van meteoorstenen die zich op de wijze van vallende sterren voordoen (➝ lucht); vaste -ren, die ten opzichte van elkander vast, in dezelfde stand blijven; veranderlijke -ren, waarvan de lichtsterkte verandert; zijn verbleekt, zijn roem is aan 't verminderen.

II. Metf.

1. stervormig voorwerp nl.
a. stervormige figuur: de in het wapen van Maastricht; -ren en strepen, sterrenvlag; de orde van de Afrikaanse -.
b. stervormig sieraad: een van diamanten,
c. stervormig onderscheidingsteken: de -ren der officiers.
d. sterretje, stervormig verwijzingsteken (➝): een -retje staat in dit boek voor sommige woorden en betekent „zie dat woord”.

Syn. asterisk.

e. stervormige barst: een in een ruit werpen, in het ijs vallen.
2. licht: de der ogen.
3. beroemde persoon: Vondel is een aan onze dichterhemel; toneel-, filmster; een van de eerste grootte, een beroemdheid, kunstenaar van eerste gehalte.
-ster

(stər) avgs. tot afleiding van vrouwelijke persoonsnamen

1. achter de stam van een wkw. om de persoon aan te duiden die de handeling verricht: bewerkster, naaister, zwemster.
2. achter een mannelijke persoonsnaam op -aar of -ier, om de vrouw aan te duiden die dezelfde handeling verricht of hetzelfde beroep uitoefent: bedelaarster, winkelierster.

Opm. Om een vrouw aan te duiden die werkzaamheden op geestelijk gebied verricht of die men met onderscheiding wil noemen gebruikt men gewoonlijk het avgs es: lerares, dichteres.

< >